Nu de zomer steeds dichterbij komt en de lente ook al aardig droog begint te worden, is het belangrijk om de bodem bedekt te houden. Dit noemen we mulchen.
Tussen de groenteplanten leggen we dan onkruid dat er voor zorgt dat de grond minder snel uitdroogt. Daarnaast stimuleert het ook het bodemleven. De beestjes die in de grond leven halen voedingsstoffen uit de mulch en geven dit ook weer af in de bodem. Dit zorgt dus ook voor bodemverbetering! De mulch helpt daarnaast ook onkruid tegen te gaan, omdat de bodem bedekt is, krijgt onkruid geen kans om op te komen.
Mulchen kun je in principe met alles doen wat organisch is. Wij doen het vooral met wat we voorhanden hebben op de Voedseltuin. Zoals bijvoorbeeld gras, klaver, smeerwortelblad, grote klis blad of de bladeren van geoogste kool. In principe kun je alle soorten onkruid gebruiken, alleen bij sommige onkruidsoorten is het goed om het te laten drogen, zodat het niet verder gaat groeien, want dat wil je juist niet. Ook is het belangrijk om er op te letten dat je geen wortels gebruikt en dat er niet zaadjes in zitten. Dan kun je juist meer onkruid krijgen.
Mulchen kun je vergelijken met wat er in het bos gebeurd. Daar ligt constant een dikke laag met bladeren en takjes. Net zoals in het bos kun je een laag mulch van wel 5 cm op je bodem leggen. Let daarbij wel op dat je groenteplanten nog wel voldoende zonlicht krijgen.