Groen, sociaal, gezellig en lokaal: steeds meer mensen, bedrijven en organisaties ontdekken hoe leuk het is om op bezoek te gaan bij de Voedseltuin. Het aantal aanmeldingen voor een rondleiding, bedrijfsuitje of een vrijwilligersmiddag groeit gestaag. Daar hadden we wel wat extra hulp voor nodig. Daarom deed een aantal vrijwilligers half september mee met een gastvrijheidscursus. Pieter was één van hen. Hoe was het?
“Mijn eerste gedachte bij een cursus gastvrijheid was: wat leer je daar nou? Kun je daar niet van af met een beetje gezond verstand? Maar ik was, samen met mijn medecursisten Ditte en Tinke toch heel erg verrast!”
Pieter is sinds mei 2021 vrijwilliger op de tuin, nadat hij met pensioen is gegaan. “Ik heb heel mijn leven in de GGZ gewerkt als behandelaar, en had echt zin om even niet met mensen bezig te zijn. Met de handen in het groen, leek me daarom wel wat. Maar, je bent natuurlijk stiekem gewoon hartstikke gezellig onder de mensen alsnog. En het zit ook wel een beetje in mijn aard.” Toen de vraag rondgemaild werd wie er gastonthaal wilde doen, meldde Pieter zich dus aan.
De cursus werd georganiseerd door Sococo. Pieter: “Vanaf het begin werd ingepeperd dat alles om verbinding draait. Waarin voelen mensen zich aangesproken? Daarbij vond ik het heel verrassend dat dat juist niet om de specifieke kennis en cijfertjes achter de Voedseltuin draait. Mensen willen juist een persoonlijk verhaal horen en zich aangesproken voelen. Daarom is het ten eerste heel belangrijk dat je vanuit jezelf vertelt. En ten tweede dat je snapt wat voor een groep er tegenover je staat.”
Grote bedrijven, kleine bedrijven. Shell of Susan Bijl. Een actieve groep of juist een academische. Het kan bij de Voedseltuin heel erg verschillen wie er een kijkje komt nemen. “Dat is ook waarom de tuin zo’n fijne plek is, natuurlijk. Heel veel mensen voelen zich door dit initiatief geïnspireerd. Maar je kunt evengoed een vriendengroep als een MVO-afdeling voor je neus krijgen. Daarom moet je altijd eerst even onderzoeken wie er nu precies langskomen. Zo kun je je verhaal even aanpassen.”
En een aangepast verhaal begint al met de eerste mailwisseling. Daar moest Pieter al mee oefenen toen de cursusleider een oefenbezoeker speelde. Daarop volgde een proefrondleiding op de tuin. “Wat ik toen heel fijn vond om te leren: dat het geen perfect verhaal hoeft te zijn. Als ik iets niet weet, is het juist leuk om er iemand bij te halen die wél alles weet van de jaartallen, of de precieze gang van zaken bij permacultuur. Daardoor blijft het een authentiek verhaal. En omdat je je verhaal aanpast aan de groep, houd je het ook leuk en nieuw voor jezelf.”
“Tot slot is de afronding is heel belangrijk: stuur je nog even een bedankmailtje, wijs mensen op de mogelijkheden als ze meer willen doen – door sponsoring, door andere organisaties erover te vertellen, of door vrijwilligerswerk te komen doen. Zo leerden we écht heel anders kijken naar gastvrijheid.”
Dat zette de drie aan het denken. Pieter: “We kijken nu óók heel anders naar gastvrijheid buiten de rondleidingen om, naar elkaar toe bijvoorbeeld. Ik zorg er nu voor dat ik in de ochtend iets eerder de keet open, zodat ik alvast koffie kan zetten, en iedereen die die dag aan het werk is kan verwelkomen. Zo begin je heel anders aan je dag! En we doen extra ons best om mensen op te vangen die spontaan op de tuin komen wandelen. Vorige week kwamen er wat aanlopen, en na een kort praatje besloten ze zich aan te melden als vrijwilliger! We dachten in het begin wel een beetje ‘wat een cliché’, maar het is toch zo: verbinding is het toverwoord.”