Lieve Lodewijckx
Jaren geleden, rond 2014, leerde ik de Voedseltuin kennen. Via mijn zoon Afrim. Die was, na het succesvol afronden van zijn studie, tegen zichzelf aangelopen en in een moeilijke periode terecht gekomen. Uiteindelijk kreeg hij de diagnose autisme. Om zijn draai weer te vinden in de maatschappij is hij bij de Voedseltuin aan de slag gegaan.
“Ik heb gezien hoe goed hij daar kon aarden. Hij kwam lekker buiten, was onder de mensen en kreeg flink wat beweging. Ook het fietsen ernaartoe was gezond, want hij woonde helemaal aan de andere kant van de stad. Maar het belangrijkste: bij de Voedseltuin voelde hij zich gaandeweg thuis. Er werd niet geoordeeld, iedereen liet je daar in je waarde. Ik vond het mooi om te zien dat hij zich daar op zijn gemak voelde en steeds meer verantwoordelijkheid nam.
In het leven kun je pech hebben, voor korte of langere tijd. Plekken als de Voedseltuin zijn nodig omdat ze je helpen het leven weer op te pakken. Afrim heeft nu een mooie baan en werkt niet meer bij de Voedseltuin, maar ik ben er Vriend van geworden. Uit dankbaarheid. Ik bezoek de tuin graag als er iets te doen is, en ga er altijd met een goed gevoel weg. Dat wil ik delen.”