In gesprek met Voedseltuin stagiaire Allard: “Het experimenteren blijft toch het allerleukst”

Voor velen is Allard, onze 27-jarige stagiair, inmiddels een bekend gezicht op de tuin. Dat had echter heel anders kunnen lopen, want voordat Allard werd gegrepen door het “moestuinieren-virus” volgde hij een opleiding wijsbegeerte en geschiedenis. Zijn liefde voor de natuur en het moestuinieren bloeide in die tijd op en hij besloot daarom een ander pad te kiezen. Allard ontdekte toen de wereld van permacultuur en was verkocht. Met name (eetbare) meerjarige planten hebben zijn interesse, ook omdat hier nog relatief weinig bekend over is. Na veel uren met zijn neus in de boeken werd het volgende doel een eigen moestuin om zo alles wat hij had gelezen en geleerd in de praktijk te brengen. Aan enthousiasme – én groene vingers – geen gebrek, want naast zijn eigen moestuin in  Rotterdam-Zuid begon Allard in september 2020 aan zijn stage bij de Voedseltuin. Een ‘warm bad’ voor Allard.

Wat hij toe nu toe het leukste vindt op de tuin? Experimenten. Naast de permacultuurvisie die hij deelt, is er de ruimte en mogelijkheid om zelf planten mee te nemen en ook nieuwe gewassen uit te proberen. Nadenken over welke plantcombinaties elkaar versterken en gunstig beïnvloeden vindt hij daarbij het allerleukste. Zo waren er onlangs bijvoorbeeld een rij courgette dicht achter een rij kapucijners geplant. Niet echt volgens ‘het boekje’, maar juist door te observeren wat er gebeurt en door de speelsheid in het tuinieren te houden blijft het verrassen en inspireren. Het meest ultieme experiment? Een tuin ontwerpen met eetbare meerjarigen en daarnaast kennis blijven delen met elkaar. Want dat is ook een van de redenen waarom hij ook voor een stage bij de Voedseltuin koos. Het gaat hier ook om de menselijke ontwikkeling: “We groeien niet alleen groenten, maar ook mensen.”